Dear Samson
Beste Samson Een bezoek aan het AZC Utrecht.
Ik ontmoet Samson op de parkeerplaats van het Azc. Overal hangen plukjes mensen van verschillende culturele achtergronden. We parkeren samen mijn fiets. Twee jongetjes spelen bij de fietsen. Ik moet me aanmelden bij de portier. Bezoek voor Samson. Mijn naam en rijbewijsnummer worden zorgvuldig opgeschreven. Ik voel me een beetje ongemakkelijk. Ben ik het enige vrouwelijke bezoek dat Samson krijgt of komen er vaker vrouwen over de vloer? Ik krijg een bezoekerskaart mee, die moet ik later weer inleveren. Ik loop met Samson mee door de ingang. In het gangetje na de deur liggen allemaal schoenen en kleren, achtergelaten. We lopen door gangen die ieder zijn eigen weeïge kleur hebben gekregen. In een vrij troosteloze omgeving is iemand zeer creatief met verf bezig geweest. De gang ruikt naar een mix van afval, wierook, slappe rijst en kurkuma. Bij sommige ruimtes staat de deur open, dit zijn de keukens. Voor het toilet heb je een sleutel nodig. We zijn in de lila gang, nog een paar deuren. Dan staan we voor Samsons deur. In mijn hoofd had ik een beetje van zijn kamer. We hebben al eens eerder buiten voor het raam gestaan, ik heb mij er een voorstelling van gemaakt. Ik wil er stiekem ook wat filmen dus dat beeld had ik in mijn hoofd. Dat had ik veel beter niet kunnen doen. Bij het openen van de deur komt ook hier een sterke wierookgeur ons tegemoet. Ik schrik meteen van hoe klein het is. We kunnen er net met z’n tweeën staan maar worden daardoor wel net iets te dicht op elkaar gezet. Ik kan kiezen de stoel of het bed. Ik kies de stoel. Samson zet water op voor thee. Hij vertelt over zijn opleiding die hij nu doet. We googlen ernaar. Ook zoeken we samen naar versnelt je rijbewijs halen. Samson heeft een aar maanden geledne te horen gekregen dat hij in Nederland mag blijven na 10 jaar statusloos in Nedelrand. Hij woont al 4 jaar in het AZC waar we nu zijn. Hij doet een opleiding waarmee hij bij ene bedrijf dat zonnepanelen installeert aan de slag kan straks. Maar daarvoor is het wel handiger om een rijbewijs te halen. Dat rijbewijs kan hij alleen halen als hij genoeg geld heeft en eindelijk zijn paspoort krijgt. Wanneer hij zijn paspoort krijgt is eigenlijk nog niet duidelijk. Laat staan wanneer hij een woning krijgt toegewezen. Tot die tijd zit hier, op zijn kamertje. Ik vraag hem waarom hij niks aan de muren gehangen heeft. Hij zegt omdat hij niet wist hoelang hij hier zou blijven. Het is een echte mannenkamer, het doet me denken aan nachtelijke keren dat ik met een jongen mee naar huis ging en op een klein studentenkamertje terecht kwam in een stinkend studentenhuis. Weer dat ongemakkelijke gevoel. We drinken thee, ik weet niet goed waar ik mijn theezakje moet laten dus ik laat het in mijn kop. Samson wil me een knuffel geven. Ik ben een klein beetje snotterig dus wend mijn hoofd af terwijl hij mij omhelsd. Het is een ongemakkelijk houdgreep. Hij wil er nog een, ik lach als een boer met kiespijn en laat me nog een keer omhelzen. Het doet hem goed zegt hij. Hij legt zijn handen op de zijkanten van mijn hoofd en zegt dat knuffelen goed voor zijn hoofd is. Ik voel me een beetje vies en gebruikt voor wat goed voor zijn hoofd is. Ik manoeuvreer me in de kamer richting mijn tas waar mijn camera in zit, mijn veilige haven, mijn muur tussen mij en de mensheid. Ik wil niets liever dan weggaan, vluchten. Dit was niet de bedoeling. Er is een lichamelijke grens overschreden, het lijkt onschuldig maar ik wilde hem niet zo vaak omhelzen. Ik wilde dat niet en nu wil ik weg. Weg uit dit vieze kleine benauwende kamertje. Maar omdat ik bedacht heb om wat te filmen voor mijn onderzoek en geen zin heb om nog een keer terug te komen pak ik mijn camera. Ik registreer de spullen in Samson’s kamer. Er staat een insectenspray op de tafel. Samson zegt dat veel mensen hier in het AZC beestjes meenemen. Vanaf dat moment zie ik ook overal beestjes lopen. Vanwege corona moeten nu alle bewoners hun eten en koelkast op hun kamer bewaren. De kast staat vol met producten. Zonnebloemolie, Dyonaise, pindakaas, mbika eguss (gemalen pompoenpitten), gemalen kurkuma, een emmer sambal, satesaus. De koelkast zit ook helemaal vol, hij laat mij de koelkast zien. Uit beleefdheid film ik de inhoud van zijn koelkast. Op tafel staat een aardappel met 10 wierookstokjes stompjes erin. Het ruikt er ook naar wierook, gemengd met bedorven voedsel. In de middelste sport van zijn bureaukastje ligt een rotte appel. Samson biedt me snacktomaten aan, er zit een beschimmelde bij, die sla ik over. Daar staan we dan in dat kleine kamertje met gaten in het plafond. De lamp in het plafond is stuk. De deurpost ziet eruit alsof er al vele mensen in deze kamer geleefd hebben. Er hangt een spinnetje aan de muur die in zijn eigen web ingewikkeld is en verdroogd.