User:Loes van Dorp/thoughts
Lopen tegen de stroming in, een trap op, voor altijd. Dat is het ergste wat ik me kan voorstellen
en ben soms bang dat juist dit hetgeen is wat ik veel aan het doen ben in het dagelijkse leven.
Tegen de stroming in gaan, tegen mezelf in.
Een gevecht met tijd, een gevecht met mijn creatie: een gevecht met mezelf.
Wat zal ik aantreffen als voor altijd voorbij is? Kom ik dan in het gedroomde niemandsland?
De plek waar je gewoon kunt zijn, zonder tijd, identiteit. Zonder moeten en zonder wil?
Zoals een gesloten dierentuin, een eenzame nachtelijke fietstocht, een verlaten snelweg,
een verwaarloosde begraafplaats of een leeg huis.
Een plek waar ooit iets was, maar waar de tijd niet meer loopt. Waar niets meer moet. Leegte, rust......
De leegte in mijn hoofd om te kunnen denken is de drukte in mijn hoofd vol ingredienten van dingen waarover ik denk.
Een leeg huis met rust is een eenzaam huis; een vol huis met drukte is een levend huis,
Een leeg huis is een fijn huis om tot rust te komen; in een vol huis kan ik niet alleen zijn.
Mijn trap is zo stijl dat ik hem soms moeilijk op kom, of moeilijk af kom, al lijkt de hond van de bovenbuurvrouw daar minder problemen mee te hebben.
Een paar weken geleden had de benedenbuurvrouw zich buitengesloten, ze liep de trap op om iets aan me te vertellen (haar date had net afgezegd en daar was ze verongelijkt over), en liep met sleutels en al naar boven. Ik probeerde haar deur open te maken met een credit card, met een stuk plastic, met wat andere dingen maar we moesten de slotenmaker bellen om ons te helpen. De date ging niet door maar we hebben er een leuke avond van gemaakt.
Vorige week ging ik boodschappen ophalen (een groentepakket dat ik deel met de bovenbuurvrouw). Toen ik weer thuiskwam realiseerde ik me dat mijn huissleutels van mijn sleutelbos gevallen waren onderweg. Twee keer heen en weer gefietst en de straten afgetuurd maar niets gevonden. In de winkels waren ze ook niet. Ik ben naar de studio van de benedenbuurvrouw gegaan om de slotenmaker te bellen (een andere) en haar voordeursleutel te lenen om binnen in het pand te komen. Een paar uur later kon ik mijn huis weer in.
Buitengesloten. Buitengesloten door mezelf.
Buiten lijkt plotseling vreemd en onpersoonlijk. Ik dwaal wat door de stad wachtend tot mijn reservesleutel thuis komt van zijn werk. Zonder fiets ben ik nergens en ook die staat achter een slot die gesloten is.
Eens eerder was mijn fiets onbereikbaar, maar niet door een vergeten sleutel, maar door de fiets zelf. De schuur was erg klein en volgepropt met mijn verzameling fietsen en gevonden voorwerpen. Als protest van deze kleine ruimte had een fiets zich omgegooid en de deur geblokkeerd.(De deur ging naar binnen open.) Geen beweging meer in te krijgen. De enige oplossing was een glaszetter te laten komen om het raam eruit te laten slopen, de fiets overeind te zetten en weer nieuw glas erin te zetten. Ik heb die dag gelijk maar mijn schuur een flinke opruimbeurt gegeven,dit moet me geen tweede keer gebeuren. Zonder fiets voel ik me verloren.
Ook zonder mijn opschrijfschriftje en schrijfwaar voel ik mij onzeker en verdwaald. Het schriftje geeft mij gewicht en richting en helpt me vat te krijgen op te wereld om mij heen. Het bied een veiligheid waar ik naar terug kan keren in geval van nood. Maar niet alleen in geval van nood zoek ik naar mijn pen en papier. Ook als ik me juist wel op mijn gemak voel of juist mijn aandacht op de wereld om mij heen wil richten.